1.1 Bestuurlijke hoofdlijnen
“Kabinet, trek gemeenten uit het financieel ravijn’, zo luidde de kop van een opinieartikel in het Algemeen Dagblad, van wethouders financiën van vier steden, waaronder Zaanstad. “In de schaduw van de kabinetsformatie sluimert een crisis. Een die zich niet aankondigt met luid protest op het Binnenhof, maar die stilletjes het fundament van lokale gemeenschappen laat afbrokkelen: de financiële ondergang van Nederlandse gemeenten.” Vanaf 2026 worden de gemeenten door de rijksoverheid jaarlijks met 3 miljard euro gekort. Dit leidt tot structurele tekorten. Zonder herstel van de gemeentefinanciën dreigt zorg te verschralen, woningbouw te stagneren en komen leefbaarheid en veiligheid steeds meer onder druk te staan.
De lopende coalitiebesprekingen tussen de landelijke politieke partijen geven op dit moment nog geen uitzicht op structurele verbetering van de financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten. Tegen deze onzekere en zorgelijke achtergrond is deze voorjaarsnota tot stand gekomen.
Aanhoudende onzekerheid over gemeentefinanciën
Sinds 2022 wordt er stevig gelobbyd om de korting ongedaan te maken, met wisselend succes. Vanwege de duur van de formatie heeft het demissionair kabinet inmiddels de Voorjaarsnota opgesteld. Het rijk draait daarin een deel van de korting terug. De oploop van de opschalingskorting van 675 miljoen wordt structureel geschrapt, er komt een rechtvaardiger risicoverdeling rond de kosten voor de WMO, en van de tijdelijke uitkeringen (SPUKs) wordt kritisch gewogen welke gelden structureel toegekend kunnen worden via het gemeentefonds. Het kabinet vraagt hiervoor wel een eenmalige korting van het gemeentefonds van 675 miljoen euro in 2025. Deze wijzigingen worden opgenomen in de meicirculaire, die wij verwerken in de begroting 2025. Dus hiermee is nog geen rekening gehouden in deze voorjaarsnota.
De financiële problemen van de gemeenten zijn hiermee verre van opgelost. Ons college blijft zich actief inzetten in de lobby richting de rijksoverheid en de formerende partijen, samen met de VNG. Onze boodschap blijft: de bezuinigingen raken de kern van de dienstverlening aan onze inwoners, zijn slecht voor de lokale economie, versterken maatschappelijke ongelijkheid en tasten het vertrouwen in de overheid aan. Het rijk moet investeren in gemeenten, want dat is investeren in de toekomst van ons land.
Begroting 2025 sluit, de jaren daarna niet
De VNG heeft gemeenten geadviseerd om in hun voorjaarsnota het tekort in de meerjarencijfers van de begroting te presenteren. Zo wordt zichtbaar welke consequenties de korting van het rijk voor onze steden heeft. Wij volgen het advies van de VNG.
Voor 2025 hebben we de begroting sluitend gemaakt. Zo nemen we onze verantwoordelijkheid. Gezien de onzekerheid over de financiële situatie op de langere termijn vinden wij het op dit moment niet wenselijk om ingrijpende maatregelen te nemen om de tekorten voor 2026 en verder te ondervangen. De mogelijke bezuinigingen zouden bovendien zulke grote consequenties voor onze inwoners hebben, dat we het onverantwoord vinden nu zo diep in te grijpen in voorzieningen en dienstverlening.
Knelpunten oplossen door scherper aan de wind varen
Een aantal knelpunten kan niet wachten. In ‘normale’ jaren zouden we deze knelpunten als ‘onvermijdelijk’ hebben verwerkt in de begroting. Nu zijn de mogelijkheden daarvoor zeer beperkt.
In de vorige voorjaarsnota is een aantal denklijnen gepresenteerd die ons gaan helpen ruimte te maken in onze budgetten. Door ‘scherper aan de wind te varen’ hebben we ruimte kunnen maken voor het oplossen van een aantal knelpunten. De onderuitputting van een aantal budgetten (totaal ca 3 miljoen) is benut om de juridische kosten van de invoering van de omgevingswet te betalen, om recht te doen aan de uitkomsten van het rapport over Joods vastgoed, om de markten mogelijk te blijven maken, voor de herplant van bomen na storm Poly en voor implementatie van een noodzakelijk nieuw financieel systeem. Daarnaast zien we mogelijkheid om scherper te ramen op de groei van de WMO – waar we efficiënter dan de landelijke norm werken. Ook de kosten voor wijkteams en jeugdteam ramen we lager. Om de stijgende kosten voor de jeugdzorg te beperken, zetten we in op extra maatregelen. Zo nemen we meer risico, maar blijven we werken aan onze ambities voor de stad.
De ruimte die dit oplevert, gebruiken we om uitvoering te geven aan de aanbevelingen uit het rapport ‘Mogelijk maken van evenementen’. Ook zetten we extra in op de veiligheid in Saendelft. En we blijven inzetten op het aan het werk helpen van inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt, zodat ook zij kunnen meedoen.
Tegelijkertijd zien we dat er meer knelpunten zijn, die om een oplossing vragen en ook een oplossing verdienen. Hier is nu geen ruimte voor, maar naar de begroting toe zullen deze worden meegenomen in de afwegingen.
Groei van de stad mogelijk blijven maken
Onze stad groeit, en onze dienstverlening moet meegroeien. Uit het budget voor de groei van de stad investeren we in het onderhoud van de openbare ruimte, de dienstverlening aan onze loketten, en in handhaving.
In de financiële hoofdlijnen staat een uitgebreide toelichting.
Ook de investeringen in de stad moeten meegroeien met de groei van de stad. De beperkte omvang van het Investeringsfonds maakt dat nu onvoldoende mogelijk. Dit vraagt om een nieuwe strategie hoe om te gaan met uitbreidingsinvesteringen voor de stad. In plaats van sparen voor investeringen onderzoeken we een strategie waarin we lenen voor investeringen en daarna afschrijven. Bij de begroting komen we met een voorstel.
Voorbereiden op de toekomst
Met deze voorjaarsnota lijken we nu te koersen op een sluitende begroting van 2025. Maar we sluiten onze ogen niet voor de jaren die komen. In het huidig financieel beeld loopt het tekort op tot 19 miljoen in 2026. Dit kan nog wijzigen, afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen met het Rijk. Het voorwerk voor toekomstige bezuinigingen wordt gedaan. Het mogelijke duidelijk zijn dat eventuele bezuinigingen en lastenverzwaringen stuk voor stuk zeer doen en onze inwoners raken.
We blijven ons inzetten voor een rechtvaardiger verdeling van financiën tussen rijksoverheid en gemeenten. Maar we benutten de komende maanden ook om bezuinigingen verder uit te werken, en ons zo op de toekomst voor te bereiden.